zondag 29 november 2009

HET KAN WEER!

Onlangs was een vriend van me over uit Tsjechië. Hij werkt voor de Nederlandse ambassade in Praag. Tijdens het Tsjechisch voorzitterschap van de Europese Unie was hij verantwoordelijk voor de accreditaties van alle hoge en lage piefen die daarvoor naar Praag kwamen. Het is altijd leuk om wat inside information te horen over de gang van zaken. En het bewijst dat Tsjechen een prima gevoel voor humor hebben.

M. kent David Cerny, de kunstenaar die vanwege het voorzitterschap de Entropa heeft gemaakt waarin alle EU-lidstaten in een kunstzinnige interpretatie zijn weergegeven. De verhalen zijn genoegzaam bekend: Bulgarije wil niet geassocieerd worden met hurktoiletten (officieel protest, dus uit het kunstwerk verwijderd!), Frankrijk niet met stakingen en sommige Nederlanders konden niet lachen om de invulling die Nederland kreeg: een plas water waaruit minaretten oprijzen. De rel werd nog groter toen bleek dat het kunstwerk niet, zoals was beloofd, in samenwerking met kunstenaars uit alle lidstaten tot stand was gekomen. Cerny had het kunnen weten, sterker nog, hij wist het: nog niet heel Europa is klaar om om zichzelf te lachen.
Link
Waar inmiddels wel om gelachen mag worden is om grappen over Sudetenland. M. heeft voor de EU-top een aantal fake-pasjes gemaakt. Een met Homer Simpson als biercoördinator en een met soldaat Svejk als Entropa-coördinator. Op het pasje gebruikt de brave soldaat Svejk Tsjechië als hurktoilet. De kleine zoete wraak van David Cerny dus!

Het beste pasje vond ik toch dat van het EU-voorzitterschap van Sudetenland (EU-Ratsvorsitz), met op de foto het komisch Tsjechisch duo Alles Gute. Ze zien er uit als twee folkloristische Beieraars, compleet met hoed met veer en broek met bretels. Zoals in Draadstaal een cursus Brabants wordt gegeven, geven zij in hun programma een cursus Duits. Ze zijn razend populair in Tsjechië en hebben ook over het EU-voorzitterschap een filmpje gemaakt (ici).

Deze passen maken is een ding, maar er dan ook nog voor zorgen dat heel veel nietsvermoedende EU-vertegenwoordigers ze echt om hebben hangen: laat dat maar aan M. over! Tientallen van deze passen zijn uitgedeeld. Toch fijn, dat er ook in EU-verband grappen kunnen worden gemaakt over kleinzielige landjes die niet geassocieerd wensen te worden met hurktoiletten. En dat er tijdens de EU-top Duitse vertegenwoordigers met een pas met het EU-voorzitterschap van Sudetenland om hun nek lopen is gewoon meesterlijk. Het kan blijkbaar weer!

vrijdag 6 november 2009

20 jaar Wende

Het zijn goede tijden voor iedereen die is geïnteresseerd in de DDR. De Muur viel 9 november twintig jaar geleden . Reden genoeg voor allerlei activiteiten en festiviteiten in het land: in Amsterdam het festival Die Wende met DDR-films, optredens, discussie enzovoorts. De Culturele Zondag van 8 november heeft als thema Niemandsland. Ook weer over de DDR. De documentaires rijgen zich sogar aaneen op de tv. De tijdschriften en kranten wijden er themanummers, katernen, artikelen aan. Je komt dus wel aan je trekken als Ostalgisch Germanofiel.

Toen de Muur viel lag ik op bed met ziekte van Pfeiffer. Naar het toilet gaan was al zo vermoeiend dat ik daarna weer een uur of wat moest slapen. Tv kijken en lezen waren ook veel te vermoeiend. Om die reden zijn alle gebeurtenissen rond 9 november 1989 langs me heen gegaan. Ik kan me natuurlijk wel beelden herinneren van sjofel geklede types die op de Muur inhakten, Ossies en Wessies die elkaar in de armen vielen, mannetje op de muur met paraplu tegen waterkanonwater. Gelukkig kan ik nu alles inhalen. En eigenlijk is het wel zo interessant, met de wetenschap van vandaag terugkijken naar dat historische moment.

Gelukkig heb ik op de valreep nog mogen proeven van wat reëel bestaand socialisme. De interrail-vakantie van zomer 1989 leidde onder meer naar Hongarije en Joegoslavië. Na terugkomst ging ik vervolgens naar de USSR, met een tussenlanding en overnachting in Berlin, Hauptstadt der DDR.

Met terugwerkende kracht begin ik een beetje te twijfelen aan mijn historisch besef in die tijd. Het was duidelijk dat op camping Római nabij Budapest veel Oost-Duitsers waren. Maar dat Hongarije overspoeld werd... Terwijl op dat moment toch al tienduizenden DDR-burgers naar Hongarije waren vertrokken nu een kleine opening in het IJzeren Gordijn dat toeliet. Ik kan me niet heugen dat ik me daar op dat moment bewust van was. Aan de bonnetjes in het fotoalbum valt af te lezen dat we rond 10 juli 1989 in Budapest waren. De Ossies waren jonge gasten, studenten waarschijnlijk, met natuurlijk van die leuke Trabantjes bij zich. Ik weet niet hoe ze zich anders gedroegen, maar ze maakten er wel wat leuks van op de camping. Wij waren meer van de cultuur en de verpozing.

Budapest was helemaal niet zo Oostblokkeriaans als ik had verwacht. Het was zo op het oog een normale moderne stad. Er waren danstenten als Fekete Lyuk (Zwarte Gat) waar hippe westerse muziek werd gedraaid (Do the Mussolini! van DAF!), flink werd geblowd en vooral gigantisch werd gezopen. Na wat gegoogle blijkt die club nog stedds te bestaan en is een uitgaanstip voor nazi-skinheads. Ook de loveboat-party waar we op de een of andere manier verzeild raakten was zo westers als wat. Soms keken kleine stukjes socialistische heilstaat om de hoek. Bijvoorbeeld toen we in een van de vele baden zagen dat er een radioactief bad was met een aanbevolen maximale zwemtijd. Ook toen we met zijn vijven in een Fiat Polski gepropt zaten met een evenzeer dronken als bezeten chauffeur. Wij moesten ons ook inlaten met schimmige wisselpraktijken op de camping. En in de metro zaten veel wat oudere mensen die pech hadden gehad met hun haarververij: groen en roze haar, met uitgroei, zag je veel in die tijd. En dat is eigenlijk nog steeds zo.

Als je terug kijkt naar de foto van een bezoek aan een wijnkelder, uitgehouwen in de krijtrotsen nabij Eger, dan zie je dat de kledingkeuze van de Hongaarse familie niet alleen heel erg eighties is, maar ook heel erg Oostblok. Trainingspakken in kleurencombinaties waarvan je zou denken dat ze verboden waren. Was dit een manier om de machthebbers te sarren? Of was het toch vooral een gebrek aan smaak, gecombineerd met een gebrek aan keuzemogelijkheden?

Ook Joegoslavië leek eerder een westers-kapitalistische samenleving dan socialistische volkshuishouding. De lokale bevolking waar we mee te maken hadden waren dol op onze Duitse marken. Dat was ook niet gek. Je kon in die tijd 2 miljoen dinar opnemen op een acceptgirokaart (inderdaad, waar zijn ze gebleven). De geldontwaarding was zo groot dat er al een navenant verschil was in het afgeschreven bedrag als je met een week ertussen twee keer hetzelfde bedrag opnam. De bevolking was heel goed in onderhandelen en wij waren zo nu en dan behoorlijk de pineut.

Joegoslavië was in die tijd een land dat bewoond werd door Joegoslaven, net zoals de Sovjet-Unie nog in zijn geheel werd bewoond door raszuivere Russen. Achteraf blijken we vooral in Montenegro te zijn geweest. Daarvoor zijn we een flink stuk Servië (Vojvodina) doorkruist met de trein. Nog geen twee jaar later is het er oorlog.
In Belgrado moesten we de nodige tijd stukslaan tot de trein vertrok die door de ongekend mooie Zwarte Bergen naar de kust reed. Belgrado was niet echt een gezellige stad: groot, vuil, armoeiig en veel lelijke hoge Plattenbauflats. Dus zo zag het Oostblok er uit?

Als dat al het geval is, dan toch in verwaterde vorm. Dat merk je snel genoeg als je eenmaal in de DDR zelf bent. Het vliegtuig van Interflug wordt bevrouwd door stewardessen van een zeer speciaal soort. De pakjes waren flets en niet bepaald nieuw en de stewardessen gingen voor wat betreft het gebruik van make up duidelijk voor kwantiteit in plaats van kwaliteit. Dat past dan achteraf prima in het plaatje dat de DDR in 1989 zo goed als failliet was. Ik vond het al spannend zat: mijn eerste vlucht, en ik ging landen op vliegveld Ost-Berlin. De controle staat me nog helder voor de geest. In een goedkoop pashokje van laminaat werd je grondig efouilleerd. Intiem en intimiderend. Zelfs al wist je dat je niets verkeerds bij je had, het voelde toch unheimisch. Het Flughafenhotel waar we daarna terecht kwamenn was omgeven door hekken. Gezellig is anders.

's Avonds hebben we nog tijd om de stad in te gaan. Alexanderplatz is een verlaten trieste bedoening. We hebben het idee dat we met ons clubje - een stuk of vijftien leerlingen en docenten van de school waar ik dat jaar eindexamen heb gedaan - erg opvallen. Van Alex lopen we langs het Palast der Republik, dat toen nog met recht Honeckers lampenwinkel werd genoemd, Unter den Linden op. UDL zag er in 1989 totaal anders uit dan nu. De voor de DDR dure hotels in typisch socialistisch-realistische bouwstijl. En Skoda, Trabant, Aeroflot en Interflug hadden er hun hoofdkantoor.

Op enige tientallen meters van de Brandenburger Tor kon je niet verder. Hekwerk, prikkeldraad, wachthokjes, het gebruikelijke recept. Door het hek neusden we naar de andere kant, West-Berlijn. Een van ons nam foto's. De wachtlopers, die behoorlijk bewapend waren, vonden dat niet leuk. We werden achteruit gemaand met geschreeuw en armgebaren. In Nederland zou je in zo'n geval nog even doorgaan, even laten merken dat je niet onder de indruk bent. In de DDR laat je dat wel uit je hoofd. En ja, het voortbestaan van de DDR stond op dat moment al behoorlijk onder druk. Als makke lammetjes, enigszins geschrokken, liepen we achteruit.

Vervolgens gingen we naar een Kneipe op UDL. Het was er ongeveer zo gezellig als in een Turks koffiehuis. We waren met negen man en bij de tafels hoorden acht stoelen. Maar een er bij schuiven was geen goed idee. De reden was ons volstrekt onduidelijk, maar aan een tafel voor vier moesten per se vier stoelen staan en aan een tafel voor acht, acht. Niet onderhandelbaar. Om 22:00 uur ging de kroeg dicht, om kwart voor tien kon je echt niet meer een biertje bestellen. Berlijn leek tegen die tijd sowieso compleet uitgestorven. Gelukkig was er in ons hotel nog de hele nacht thee en zelfs bier te krijgen.

Wordt vervolgd

zondag 29 maart 2009

De Rode Driehoek

Van mijn vader heb ik De Graanrepubliek geleend van Frank Westerman. Ik heb het boek net uit en het was fantastisch. Hoofdthema: de invloed van individuen met hun totaal verschillende realiteiten op de loop van de geschiedenis en ruimtelijke ordening van Nederland en Europa.

Maar waar gaat het eigenlijk over? Ik beantwoord die vraag door in 5 punten aan te geven waarom juist jij het boek absoluut moet lezen!

1. Voor ervaringen met reëel bestaand communisme hoef je niet het land uit!
Je hoeft niet naar Noord-Korea, Cuba of Turkmenistan om een flink stuk communisme mee te pakken: pak de trein naar Winschoten, huur een fiets en doe de Oldambtroute. Zoals je ongetwijfeld weet is het Oldambt het allerroodste stukje van Nederland. In de bejaardenhuizen van Beerta, Finsterwolde en Drieborg stemt nog ruim 90% NCPN. De communisten vormen echter ook in Oost-Groningen een uitstervende diersoort.

Ik heb een paar jaar geleden gefietst in dat gebied: een prachtig landbouwgebied met mooie herenboerderijen en ook overduidelijk veel armoede. Ik weet niet of je de berichtgeving hebt gelezen over de plannen om het gehucht Ganzendijk van de kaart te vegen? Dat ligt ook in het Oldambt (tegen het gehucht met de tot de verbeelding sprekende naam Hongerige Wolf) en was zo armoedig, leeggelopen en bouwvallig dat men alle huisjes (arbeiderswoninkjes aan weerszijden van een lange lege polderweg) wilde slopen. Als je er gefietst hebt zeg je: geen slecht plan. De huizen kosten overigens maar 100.000 euro. Maar goed, ik dwaal af. Want wat zegt Frank Westerman dan hierover?

Bijvoorbeeld dat wij in 1892 een echte communistische opstand hebben gehad waarvoor 3 maanden lang de staat van beleg gold. Dat er contacten waren en uitwisselingen met de goede oude Sovjet-Unie: lesjes communistische propaganda, daar ging het om. Dat de communisten en de anarchisten de touwtjes stevig in handen hadden in de gemeenteraden van voornoemde plaatsjes. Dat stakingen van communistische arbeiders de mechanisatie van de landbouw in Oldambt decennia hebben versneld. En dat uiteindelijk de communisten aan het langste eind trokken doordat alle grond van die grootgrondbezitters in Rode Driehoek onder water gezet zou gaan worden: de Blauwe Stad. Daar ga ik maar een aparte blog over starten, net als over Ganzenhoef/Hongerige Wolf.

2. Boterbergen, wijnplassen, graanheuvels: we hebben het te danken aan een Oldambter socialist en herenboer Sicco Mansholt heeft persoonlijk het landbouwbeleid in de EU vorm gegeven. Uitgangspunt: nooit meer hongerwinter! Dus: Europese zelfvoorziening, dus: streven naar schaalvergroting en efficiëntere productie. Dat kon alleen in combinatie met een inkrimping van de boerenstand (zeker van de keuterboertjes), maar dat werd tegengehouden. Resultaat: overproductie. Probleem: prijsgaranties door EU voor alle overproducten. Uiteindelijk werd braaklegging gesubsidieerd, omdat dat minder kostte dan het opkopen van het overschot. Resultaat in Oldambt: veel Zelfmoorden onder herenboeren, die liever de hand aan zichzelf sloegen dan dat ze, om te overleven, hun land braak moesten laten liggen.

3. Zand versus klei: waar Brabant het won van Oldambt
CDA was sterk in Brabant en andere zandgronden. Ergo: hun belangen waren groter dan die van rode Groningse kleiboeren. En de CDA had landbouw in zijn portefeuille. Resultaat: intensivering van de veeteelt op de zandgronden, gezeul met beesten de wereld over en import van soja om hier een strontoverschot te krijgen.

4. De opkomst van het milieubeweging: de toekomst van Oldambt naar de maan
De Randstedeling begon het in de 70'er jaren steeds belangrijker te vinden dat men kon recreëren in de natuur. Een paar zeehondjes zijn dan belangrijker dan de ontwikkeling van een achtergebleven regio als Oost-Groningen. Resultaat: geen aansluiting op de Eemshaven via een kanaal. Hoop op ontwikkeling weg dankzij de Waddenvereniging!

5. Voer voor ecologen: wir bauen eine blaue Stadt!
De Wageningse school heeft ecologen voortgebracht die als belangrijkste doel het recreëren van oude landschappen hebben. Beekjes moeten weer kronkelen, veen moet weer groeien, waar eens de zee was... moet daar niet gewoon weer zee komen? Of in ieder geval een meer? resultaat: De Blauwe Stad. Een jammerlijke mislukking? We zullen het zien. Ik zag op hun website dat de bewoners een charmeoffensief zijn begonnen. Als je al advertenties moet gaan plaatsen om te laten weten dat je project echt geen mislukking is dan weet je: dit is mislukt. En de huidige crisis maakt het niet eenvoudiger. Maar goed, zoals ik al eerder zei: de Blauwe Stad is wel een rode overwinning op de herenboeren van weleer. Die zijn hun land kwijt. Uitgegraven, een plas nu. Alhoewel de Blauwe Stad al lang zo groot niet meer is als in de oorspronkelijke plannen.

Kortom: lees dit boek. Socialisme in Nederland, ontploft EU-landbouwbeleid, ecologie, de natuurbeweging: het komt allemaal voorbij!

PS: Nu ik eens google op Frank Westerman zie ik dat hij een vernieuwde versie heeft geschreven waarin hij de nieuwe ontwikkelingen heeft verwerkt. Goed dat ik het weet, hoef ik dat niet zelf uit te zoeken!